Waar bovenstaande runen voor zijn, zal zo duidelijk worden. Ik heb ze snel over genomen, maar om het te begrijpen, zal ik bij het begin moeten beginnen...
Nadat ik gisterenochtend in mijn dagboek had geschreven, zijn we gaan lopen over het strand. Er was geen enkele andere manier om verder te komen, dus hebben we de kustlijn gevolgd. Na een tijdje kwamen we bij een stenen schip aan, wat klaarblijkelijk het enige dwergenschip was. De bovenstaande tekens waren in het schip gegraveerd, maar niemand van ons had enig idee wat we er mee moesten, dus heb ik ze maar overgenomen in mijn dagboek, in de hoop dat we er nog iets aan hadden.
Een eind verder op het strand bleken meerdere gestrande reizigers te zijn, zij waren al bezig met het bouwen van een schip. Er liepen ook een stel dwergen bij, dus besloten we één van die dwergen te vragen wat de tekens betekende. De dwerg wist te vertellen dat het de toegangscode voor het schip was en bood aan met ons mee te gaan. Zijn naam is Bralin. Eenmaal binnen in het schip was het stikdonker, dus Sindari heeft een lichtje gemaakt. Dat kan Sindari heel goed. Enig probleem was dat hij het op die mafkees van een Herakles zette, en die deed er echt de gekste dingen mee. Maar goed, dat is niet echt van belang.
We zijn dus het schip gaan onderzoeken, en kwamen dwergenskeletten tegen. Ik kreeg daar echt de kriebels van en wilde heel erg graag weg, maar de anderen wilden verder. Zedd raakte het dwergenskelet aan wat we zagen en wat er toen gebeurde heeft me helemaal de kriebels gegeven. Het was een soort flashback en we zagen wat er met die dwerg gebeurde, hij stond te krabben aan een deur, bang voor wezens die er aan kwamen ofzo. Brr, ik kreeg het er helemaal koud van en wilde heel graag van het schip af. De rest echter niet en dus gingen we verder.
Na een tijdje kwamen we in een andere kamer, waar we twee skeletten bij een uitgebrand kampvuur zagen zitten en één skelet bij een altaar. Omdat ik toch wel nieuwsgierig was, raakte ik een skelet aan en wederom zagen we een flashback. Ene Thorfin ging de kamer uit, omdat hij niet van plan was dood te vriezen. Heel slim van hem, hoewel hij er niet zo slim uit zag. Toen de flashback over was, bleken de skeletten echter op te staan en ons aan te vallen. Dat was even schrikken, maar we wonnen redelijk makkelijk. Dit was het punt waarop ik echt terug wilde, maar bij de uitgang hoorden we allerlei enge geluiden, reden om dus niet daarheen te gaan.
Aan het eind van de gang kwamen we in een kamer met nog een skelet erin. Ik was echt doodsbang en wilde het skelet echt niet aanraken, maar de anderen vonden een brief en wisten die zonder het skelet aan te raken te pakken te krijgen. Het volgende was in de brief te lezen:
"De zevende Gavankt PK twaalf honderd negen en vijftig
Als U dit leest zal het reeds te laat zijn voor mij. Pas zeven dagen waren we onderweg toen mijn broeders ervan overtuigd raakten dat de wereld nooit rond kon zijn. Zelf had ik ook mijn twijfels, maar ik kon niet met lege handen huiswaarts keren. We hebben Khol Galvar naar dit eiland gestuurd en wonder boven wonder vond Kavalar een nederzetting van onze voorouders. Hij is onmiddellijk begonnen met opgravingen terwijl ik met enkele Dwergen hier bleef om ons schip in de gaten te houden. Vijf dagen geleden staakte hij de communicatie plotseling. Toen dacht ik er niet veel van, aangezien Kavalar een sterke Dwerg is die met zijn formaat met kop en schouders boven de anderen uitsteekt. Nu begin ik echter mijn twijfels te krijgen bij de stilte uit zijn hoek. Drie dagen geleden begon de temperatuur op het eiland met ferme schreden te dalen naar ver beneden het vriespunt. Gewend aan de kou als Dwergen zijn trokken wij ons hier eerst weinig van aan. Stommelingen waren we. Het had eenieder maar bovenal mij op moeten vallen dat dit geen natuurlijke koude was, maar het resultaat van een duivelse spreuk. Krap een dag nadat de temperatuur begon te dalen was zij het vriespunt reeds gepasseerd en waren alle toegangsluiken EN SLECHTS DE LUIKEN dicht gevroren. Enkele van mijn manschappen hebben nog de ijdele hoop dat de luiken zullen ontdooien, maar ik weet wel beter. Wij zullen hier onze laatste dagen slijten en sterven van de honger. We zitten als ratten in de val."
Met dit "leuke" bericht vond ik het beter niet langer op het schip te blijven. Er was een discussie en wat er precies gebeurde weet ik niet, maar ineens stond dat skelet (waarschijnlijk Columbin, de ontdekkingsreiziger die kapitein was van het schip) op en viel ons aan. Ook in de gang bleven de enge geluiden komen en inderdaad, niet veel later had ik ook een zombie in mijn nek. Op een gegeven moment werd het zo koud dat het me pijn deed. Herakles verloor zelfs zijn bewustzijn en er was niets wat ik kon doen dan hem te stabiliseren zodat hij niet dood zou gaan. Ook de dikke leek het moeilijk te hebben, maar na een aanraking van Muscle kwam er toch weer wat leven in. Uiteindelijk hebben we krap aan gewonnen. Na een korte rust lukte het me wel weer Herakles bij bewustzijn te brengen, waarna we nog even gerust hebben om vervolgens snel het schip te verlaten. Ik zag het niet zitten daar nog een minuut langer te blijven. Voordat we vertrokken vond ik nog wel een jute zak, die na onderzoek een bag of holding bleek te zijn. Die heb ik mooi genomen, ik kon de anderen er namelijk vrij gemakkelijk van overtuigen dat ik echt de sterkste niet ben en een bag of holding heel handig voor mij is. Mijn zware last is nu dus een stuk minder zwaar, aangezien alle onbelangrijke spullen nu in de bag of holding zitten, zoals dit dagboek. Ook de groepspot zit in de bag of holding, samen met mijn avonturiers spullen, mijn reagents en mijn tent.
Terug op het strand waren de anderen druk bezig met de boot. Ook waren ze bang, in de jungle hadden ze een weg gevonden welke niet vertrouwd werd. Wij boden aan om daar ons kampje op te zetten en de ingang te bewaken.
Het is nu mijn wachtbeurt, dus een prima tijd om even in mijn dagboek te schrijven over deze bizarre dag en mijn metgezellen.
Sindari is echt zo leuk. Ik ben alleen bang wat hij zal vinden van een oude vrouw als ik. Hij ziet er nog zo jong en knap uit, hoewel ik hem nog niet naar zijn leeftijd gevraagd heb. De anderen blijf ik wat eng en vreemd vinden en sommigen (ik noem maar even geen namen) hebben echt geen enkele schaamte. Ik kan hier leuk over praten met Sindari, hij vindt namelijk hetzelfde. Ik voel me wel veilig bij hem. De rest ook wel, ze hebben me meerdere malen gered, maar toch, dat vreemde gedrag maakt dat ik wat huiverig blijf om ze volledig te vertrouwen. Ik zou nooit willen dat zij mijn dagboek lazen. Ook Sindari trouwens niet, dan zou ik me echt dood schamen als hij zou weten hoe ik over hem dacht.
Hoe we van hieruit verder gaan weet ik niet. Ik ben doodsbang voor wat er in de opgravingsplaats te vinden is. Ik hoop dat de boot snel af is en dat we een aantal dagen rustig hier de wacht kunnen houden, zonder dat er iets engs gebeurt, maar ik heb zo'n voorgevoel dat dat niet gaat lukken. Wat ik namelijk nog niet geschreven heb is dat we een groot eng vliegend beest gezien hebben. Ik hoop dat die niet terug komt...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten