Na onze korte rust, bleken er een aantal te zijn die toch wel erg moe waren, dus besloten we in een hoekje te kruipen en te rusten. Na onze rust gingen we verder. Op een gegeven moment kwamen we bij een deur aan, waar Herakles naar binnen keek. Hij gaf aan dat het er gevaarlijk was en dat hij wel alleen naar binnen zou gaan. Nu kennen we Herakles natuurlijk allemaal en het zou niet de eerste keer zijn dat hij meer op zich neemt dan hij aankan. Omdat ik het een slecht idee vond Herakles in zijn eentje te laten gaan en ik ook zoiets had van het zou heel vervelend zijn als we hem verliezen stond ik er op dat wij meegingen. Herakles begon eerst een beetje te draaikonten, tot puntje bij paaltje kwam. Achter de deur was helemaal geen gevaar, maar een schatkist die Herakles voor zichzelf wilde houden. Tja, ik hoef natuurlijk niet te zeggen dat we boos waren op Herakles en al snel waren we het er over eens dat hij in ieder geval geen deel van de schat zou krijgen. Herakles werd boos en heeft even gedreigd om weg te gaan, maar ik geloof dat hij toch bedacht dat dit wel eens gevaarlijk kon worden. Mokkend is hij dus gebleven.
Nadat we de schat gevonden hadden (de groepspot is weer flink gespekt met wat edelstenen en ook mijn beurs is weer wat gevulder) gingen we verder, tot we op een gegeven moment weer boven de grond uitkwamen. In de verte hoorde we iemand schreeuwen, dus wij snel gaan kijken want we dachten natuurlijk meteen aan Bralin. Het bleek inderdaad Bralin te zijn, hij zat vast in een boom en onder hem waren twee leeuwen bezig in zijn enkels te bijten. Wij dus Bralin proberen te redden een die leeuwen aangevallen. Op zich geen heel zwaar gevecht, tot het ineens enorm begon te stinken. Wat het was weet ik niet, maar ik weet dat ik het nooit meer wil ruiken. Uiteindelijk hebben we Bralin weten te redden door de leeuwen te doden. In de bosjes zagen we twee kleine wezens heel verdrietig zitten kijken, een wrattenzwijn en een stokstaartje. Vreemd!
Bralin zat eerst nog wat te moeilijken in zijn boom, hij durfde er niet uit. Wat mij betreft mocht hij blijven zitten, maar uiteindelijk is hij er toch maar uit gekomen. Onze missie is dus geslaagd, Bralin is gered. Nu snel terug naar het strand en kijken hoe ver de boot is. Dit eiland bevalt me niets.
woensdag 24 maart 2010
zaterdag 6 maart 2010
meer kobolts
Na het gevecht wat we bij de opgravingsplaats hadden gehad, waren we een beetje verward. We konden nergens heen, maar er gebeurde verder ook niets vreemds. Aangezien we onderweg waren om Bralin te redden, konden we niet zomaar terug gaan. Dus besloten we het gat in te springen waar een kobolt door ontsnapt was. We namen aan dat dit wel eens naar het grote gevleugelde dier kon leiden. Kobolts zijn namelijk vriendjes van draken en ik begin steeds meer het vermoeden te krijgen dat het vliegende wezen een draak is.
In de tunnel kwamen we wederom een groep kobolts tegen. Een heftig gevecht, waarbij ook ik geraakt was. We waren bijna dood, ik heb een behoorlijk aantal vrienden moeten stabiliseren, maar uiteindelijk wonnen we. Nu even een korte rust, en straks weer verder.
In de tunnel kwamen we wederom een groep kobolts tegen. Een heftig gevecht, waarbij ook ik geraakt was. We waren bijna dood, ik heb een behoorlijk aantal vrienden moeten stabiliseren, maar uiteindelijk wonnen we. Nu even een korte rust, en straks weer verder.
donderdag 18 februari 2010
Helaas...
Even snel een stukje schrijven terwijl we bedenken hoe we verder zullen gaan. De rust is helaas verdwenen. Vanochtend kwam het enge vliegende beest terug. Toen we op het strand aankwamen bleek Bralin meegenomen te zijn. Die dwerg heeft ons in gevaar gebracht, dus wat mij betreft was het geen probleem en moesten we gewoon zorgen dat de boot afkwam, maar Zedd stond erop dat we Bralin gingen redden en aangezien ik de anderen niet kwijt wil ben ik meegegaan.
Wij dus de tenten weer ingepakt (terug in de bag of holding) en de jungle ingegaan. Langs de weg nog een mooi bloempje geplukt en deze in mijn haar gedaan in de hoop dat Sindari het op zou merken.
Na een tijdje lopen kwamen we bij de opgravingsplaats aan, maar in plaats van een verlaten stuk, liepen er allemaal kleine wezens rond. Herakles kon mij vertellen dat het Kobalts zijn. Hoewel we ons best deden in de bosjes te blijven zitten, zagen ze ons toch, en dat niet alleen, ze vielen aan. Sindari was echt geweldig en door hem hebben we overleefd. Hij had namelijk een deel glibberig gemaakt, waardoor de kobalts niet bij ons konden komen en samen met een vuurring van Shamresh gingen ze snel dood. De laatste Kobalt ontsnapte ons, maar goed, wij waren weer veilig, dat was het voornaamste.
Maar de reden waarom ik even snel moet schrijven is Sindari. Tijdens het gevecht kwam hij naar me toe en pfoe wat stonk hij. Ik heb er toch maar wat van gezegd, voor het geval hij het zelf niet door had en hij zei dat hij een of ander goedje over zich heen had gekregen en dat hij het zo snel mogelijk van zich af wilde wassen. Het mooiste is, ik mocht hem daar bij helpen. Mijn bloempje was ook wat verwelkt, maar na het gevecht heeft Sindari hem weer mooi gemaakt. Ik moet zeggen, dat ik langzaam een beetje hoop begin te krijgen. Het lijkt erop dat Sindari mij wel degelijk ziet staan...
Wij dus de tenten weer ingepakt (terug in de bag of holding) en de jungle ingegaan. Langs de weg nog een mooi bloempje geplukt en deze in mijn haar gedaan in de hoop dat Sindari het op zou merken.
Na een tijdje lopen kwamen we bij de opgravingsplaats aan, maar in plaats van een verlaten stuk, liepen er allemaal kleine wezens rond. Herakles kon mij vertellen dat het Kobalts zijn. Hoewel we ons best deden in de bosjes te blijven zitten, zagen ze ons toch, en dat niet alleen, ze vielen aan. Sindari was echt geweldig en door hem hebben we overleefd. Hij had namelijk een deel glibberig gemaakt, waardoor de kobalts niet bij ons konden komen en samen met een vuurring van Shamresh gingen ze snel dood. De laatste Kobalt ontsnapte ons, maar goed, wij waren weer veilig, dat was het voornaamste.
Maar de reden waarom ik even snel moet schrijven is Sindari. Tijdens het gevecht kwam hij naar me toe en pfoe wat stonk hij. Ik heb er toch maar wat van gezegd, voor het geval hij het zelf niet door had en hij zei dat hij een of ander goedje over zich heen had gekregen en dat hij het zo snel mogelijk van zich af wilde wassen. Het mooiste is, ik mocht hem daar bij helpen. Mijn bloempje was ook wat verwelkt, maar na het gevecht heeft Sindari hem weer mooi gemaakt. Ik moet zeggen, dat ik langzaam een beetje hoop begin te krijgen. Het lijkt erop dat Sindari mij wel degelijk ziet staan...
Een koud avontuur
Waar bovenstaande runen voor zijn, zal zo duidelijk worden. Ik heb ze snel over genomen, maar om het te begrijpen, zal ik bij het begin moeten beginnen...
Nadat ik gisterenochtend in mijn dagboek had geschreven, zijn we gaan lopen over het strand. Er was geen enkele andere manier om verder te komen, dus hebben we de kustlijn gevolgd. Na een tijdje kwamen we bij een stenen schip aan, wat klaarblijkelijk het enige dwergenschip was. De bovenstaande tekens waren in het schip gegraveerd, maar niemand van ons had enig idee wat we er mee moesten, dus heb ik ze maar overgenomen in mijn dagboek, in de hoop dat we er nog iets aan hadden.
Een eind verder op het strand bleken meerdere gestrande reizigers te zijn, zij waren al bezig met het bouwen van een schip. Er liepen ook een stel dwergen bij, dus besloten we één van die dwergen te vragen wat de tekens betekende. De dwerg wist te vertellen dat het de toegangscode voor het schip was en bood aan met ons mee te gaan. Zijn naam is Bralin. Eenmaal binnen in het schip was het stikdonker, dus Sindari heeft een lichtje gemaakt. Dat kan Sindari heel goed. Enig probleem was dat hij het op die mafkees van een Herakles zette, en die deed er echt de gekste dingen mee. Maar goed, dat is niet echt van belang.
We zijn dus het schip gaan onderzoeken, en kwamen dwergenskeletten tegen. Ik kreeg daar echt de kriebels van en wilde heel erg graag weg, maar de anderen wilden verder. Zedd raakte het dwergenskelet aan wat we zagen en wat er toen gebeurde heeft me helemaal de kriebels gegeven. Het was een soort flashback en we zagen wat er met die dwerg gebeurde, hij stond te krabben aan een deur, bang voor wezens die er aan kwamen ofzo. Brr, ik kreeg het er helemaal koud van en wilde heel graag van het schip af. De rest echter niet en dus gingen we verder.
Na een tijdje kwamen we in een andere kamer, waar we twee skeletten bij een uitgebrand kampvuur zagen zitten en één skelet bij een altaar. Omdat ik toch wel nieuwsgierig was, raakte ik een skelet aan en wederom zagen we een flashback. Ene Thorfin ging de kamer uit, omdat hij niet van plan was dood te vriezen. Heel slim van hem, hoewel hij er niet zo slim uit zag. Toen de flashback over was, bleken de skeletten echter op te staan en ons aan te vallen. Dat was even schrikken, maar we wonnen redelijk makkelijk. Dit was het punt waarop ik echt terug wilde, maar bij de uitgang hoorden we allerlei enge geluiden, reden om dus niet daarheen te gaan.
Aan het eind van de gang kwamen we in een kamer met nog een skelet erin. Ik was echt doodsbang en wilde het skelet echt niet aanraken, maar de anderen vonden een brief en wisten die zonder het skelet aan te raken te pakken te krijgen. Het volgende was in de brief te lezen:
"De zevende Gavankt PK twaalf honderd negen en vijftig
Als U dit leest zal het reeds te laat zijn voor mij. Pas zeven dagen waren we onderweg toen mijn broeders ervan overtuigd raakten dat de wereld nooit rond kon zijn. Zelf had ik ook mijn twijfels, maar ik kon niet met lege handen huiswaarts keren. We hebben Khol Galvar naar dit eiland gestuurd en wonder boven wonder vond Kavalar een nederzetting van onze voorouders. Hij is onmiddellijk begonnen met opgravingen terwijl ik met enkele Dwergen hier bleef om ons schip in de gaten te houden. Vijf dagen geleden staakte hij de communicatie plotseling. Toen dacht ik er niet veel van, aangezien Kavalar een sterke Dwerg is die met zijn formaat met kop en schouders boven de anderen uitsteekt. Nu begin ik echter mijn twijfels te krijgen bij de stilte uit zijn hoek. Drie dagen geleden begon de temperatuur op het eiland met ferme schreden te dalen naar ver beneden het vriespunt. Gewend aan de kou als Dwergen zijn trokken wij ons hier eerst weinig van aan. Stommelingen waren we. Het had eenieder maar bovenal mij op moeten vallen dat dit geen natuurlijke koude was, maar het resultaat van een duivelse spreuk. Krap een dag nadat de temperatuur begon te dalen was zij het vriespunt reeds gepasseerd en waren alle toegangsluiken EN SLECHTS DE LUIKEN dicht gevroren. Enkele van mijn manschappen hebben nog de ijdele hoop dat de luiken zullen ontdooien, maar ik weet wel beter. Wij zullen hier onze laatste dagen slijten en sterven van de honger. We zitten als ratten in de val."
Met dit "leuke" bericht vond ik het beter niet langer op het schip te blijven. Er was een discussie en wat er precies gebeurde weet ik niet, maar ineens stond dat skelet (waarschijnlijk Columbin, de ontdekkingsreiziger die kapitein was van het schip) op en viel ons aan. Ook in de gang bleven de enge geluiden komen en inderdaad, niet veel later had ik ook een zombie in mijn nek. Op een gegeven moment werd het zo koud dat het me pijn deed. Herakles verloor zelfs zijn bewustzijn en er was niets wat ik kon doen dan hem te stabiliseren zodat hij niet dood zou gaan. Ook de dikke leek het moeilijk te hebben, maar na een aanraking van Muscle kwam er toch weer wat leven in. Uiteindelijk hebben we krap aan gewonnen. Na een korte rust lukte het me wel weer Herakles bij bewustzijn te brengen, waarna we nog even gerust hebben om vervolgens snel het schip te verlaten. Ik zag het niet zitten daar nog een minuut langer te blijven. Voordat we vertrokken vond ik nog wel een jute zak, die na onderzoek een bag of holding bleek te zijn. Die heb ik mooi genomen, ik kon de anderen er namelijk vrij gemakkelijk van overtuigen dat ik echt de sterkste niet ben en een bag of holding heel handig voor mij is. Mijn zware last is nu dus een stuk minder zwaar, aangezien alle onbelangrijke spullen nu in de bag of holding zitten, zoals dit dagboek. Ook de groepspot zit in de bag of holding, samen met mijn avonturiers spullen, mijn reagents en mijn tent.
Terug op het strand waren de anderen druk bezig met de boot. Ook waren ze bang, in de jungle hadden ze een weg gevonden welke niet vertrouwd werd. Wij boden aan om daar ons kampje op te zetten en de ingang te bewaken.
Het is nu mijn wachtbeurt, dus een prima tijd om even in mijn dagboek te schrijven over deze bizarre dag en mijn metgezellen.
Sindari is echt zo leuk. Ik ben alleen bang wat hij zal vinden van een oude vrouw als ik. Hij ziet er nog zo jong en knap uit, hoewel ik hem nog niet naar zijn leeftijd gevraagd heb. De anderen blijf ik wat eng en vreemd vinden en sommigen (ik noem maar even geen namen) hebben echt geen enkele schaamte. Ik kan hier leuk over praten met Sindari, hij vindt namelijk hetzelfde. Ik voel me wel veilig bij hem. De rest ook wel, ze hebben me meerdere malen gered, maar toch, dat vreemde gedrag maakt dat ik wat huiverig blijf om ze volledig te vertrouwen. Ik zou nooit willen dat zij mijn dagboek lazen. Ook Sindari trouwens niet, dan zou ik me echt dood schamen als hij zou weten hoe ik over hem dacht.
Hoe we van hieruit verder gaan weet ik niet. Ik ben doodsbang voor wat er in de opgravingsplaats te vinden is. Ik hoop dat de boot snel af is en dat we een aantal dagen rustig hier de wacht kunnen houden, zonder dat er iets engs gebeurt, maar ik heb zo'n voorgevoel dat dat niet gaat lukken. Wat ik namelijk nog niet geschreven heb is dat we een groot eng vliegend beest gezien hebben. Ik hoop dat die niet terug komt...
zondag 10 januari 2010
Een vreemde dag
Vandaag was een vreemde dag. Ik ben al een aantal dagen in Landeind en durf af en toe iets te gaan drinken in de bar waar ik een kamer huur. Ik raakte aan de praat met drie vriendelijke mannen, en voelde me toen ineens heel vreemd. Voordat ik er erg in had, zat ik te pokeren en had ik al mijn geld en (het belangrijkste) mijn geliefde harp verloren.
In paniek heb ik toen drie azen achterover gedrukt en de mannen uitgedaagd tot een laatste potje. Ze deden een aantal oneerbare voorstellen, maar ik stond sterk door mijn azen en heb de gok gewaagd. Gelukkig maar, mijn harp en zuurverdiende centjes zijn wederom in mijn bezitting.
Behalve dat, won ik in mijn laatste potje ook een kaartje voor de boot naar N. Omdat ik Landeind helemaal zat ben, heb ik besloten van dit kaartje gebruik te maken. In N heb ik tenminste vrienden en voel ik me veilig en geborgen, Landeind is mij te onguur. Na mijn laatste pokerpotje heb ik dus mijn spulletjes weer ingepakt en ben ik naar pier 3 gelopen om de boot te halen.
Dat bleek ook niet het slimste plan. Direct toen ik in de rij aansloot kwam ik twee grote mannen tegen, een had een wolf bij zich. Ze zagen er ook beide erg angstaanjagend uit en het leek alsof ze gevochten hadden. Geschrokken deed ik een paar stappen achteruit. Een van de mannen keek om en bleek toch minder eng dan hij leek. Hij zag dat ik geschrokken was en liet me voorgaan. De kapitein bleek ook al niet het meest betrouwbare type. Zijn baard was duidelijk nep, dus ook hij zal wel iets te verbergen hebben. Op de boot aangekomen ben ik dus snel naar mijn hut gegaan en ben ik op mijn harp gaan spelen om wat tot rust te komen.
Een aantal uur later kreeg ik echter honger. Ik had de hele dag nog weinig gegeten, dus besloot het er toch maar op te wagen en naar de eetzaal te gaan. Ik zocht een rustig hoekje op om wat te eten. De twee mannen uit de rij waren ook in de eetzaal. Sowieso was het gezelschap op de boot kleurrijk. Waar ik in N. vooral mensen tegenkwam, waren hier ook een aantal onbekende rassen. De man met de wolf was een goliath, zijn vriend herkende ik niet. Verder kwam even later een shifter binnen en (en daar was ik blij verrast over) een Gnome. Hij zag er best knap uit, leek een stuk minder bang dan ik. Hij kwam wel met een hoop herrie binnen, maar ergens vond ik dat wel schattig. Bij mij aan tafel zat een man die wat schuchter om zich heen keek, alsof hij er niet thuis hoorde.
Nadat ik mijn eten ophad, gebeurde er iets wat mijn dat nog veel vreemder maakte. De boot stopte ineens, alsof hij ergens tegenop botste. Ineens was er paniek in de eetzaal, mensen renden naar het trappenhuis, weg uit de eetzaal. Mijn nieuwsgierigheid won het echter van mijn angst en ik ging kijken wat er aan de hand was, mijn zwaardje bij de hand. De onbekende grote man rende weg, maar kwam vrij snel weer terug, de goliath en de man bij mij aan tafel leken ook geen haast te maken om weg te komen, net als de gnome <3 en de shifter die bij hem was.
Door alle ramen van de eetzaal bleken vreemde wezens naar binnen gebroken te zijn. Deze leken alles behalve vriendelijk. De shifter werd direct aangevallen en ik kon hem gewoon niet aan zijn lot overlaten. Met mijn harp en mijn liederen heb ik hem gemotiveerd en het leek te helpen. Hij leek minder pijn te krijgen, nadat ik voor hem zong. Ik wist wel dat mijn muziek iets magisch in zich had. Hierdoor kreeg ik nog meer zelfvertrouwen en ik besloot te blijven en te helpen. Met mijn liederen bleek ik de sahuagin (dit vertelde de shifter mij tijdens het vechten) ook pijn te kunnen doen. Ik kreeg zelf ook wel een aantal klappen, maar behalve wat pijn, was dat niet zo'n probleem. Het mooiste was, we wonnen!
Na dit gevecht bleken de problemen nog niet over. We konden kort rusten, maar toen we naar buiten keken zagen we tentakels die het schip aanvielen. De shifter stelde voor naar het ruim te gaan, maar toen bleek dat de boot zeker zou gaan zinken, besloten we toch naar boven te rennen. Ik ben niet bepaald atletisch gebouwd en de bepantsering die ik aanhad was ook niet bepaald helpend dus al snel viel ik in een gat en in het water. Na veel moeite en vaak proberen lukte het me uit het water te komen en weer terug op het schip te komen. Achteraf gezien had ik beter in het water kunnen blijven, want op het schip bleek er geen redden meer aan. Ik kwam hier wel de shifter, de gnome, de man, de goliath met zijn wolf en het vreemde wezen tegen en samen besloten we in het water te springen. Voordat we dat deden zagen we een boot varen. We riepen nog, maar helaas, er werd niet op gereageerd en er was geen enkele mogelijkheid om de boot in te halen. Uiteindelijk hebben we ons maar aan wrakhout vast gegrepen.
Hoe lang we in zee gedreven hebben weet ik niet, maar toen ik wakker werd was het weer ochtend. Ik werd wakker op een strand tussen het wrakhout en de kisten. De anderen waren er ook bij en we besloten ons eerst maar eens voor te stellen. De knappe gnome heet Sindari, de shifter heet Chamresh, de goliath heet Muscle en zijn wolf heet Dikke, de man heet Zedd en het vreemde wezen heet Herakles. Samen besloten we de kisten open te maken en daarin bleken een aantal dingen te zitten, onder andere geld en een edelsteen. Het geld hebben we proberen te verdelen, wat over bleef besloten we voor groepsgebruik te bewaren, net als de edelsteen. Na overleg werd besloten dat ik dit bij zou houden.
Nu zitten Zedd en ik even rustig in ons dagboek te schrijven en ik kan mijn geluk niet op. Ok, ik weet niet waar ik ben en hoe ik hier vandaan ga komen, maar het lijkt er op dat mijn gebeden verhoord zijn. Ik heb een groep avonturiers gevonden die net als ik kunnen vechten of magie kennen. En het mooiste is, er zit een hele knappe gnome in de groep. Dat is natuurlijk nooit verkeerd, hoewel ik natuurlijk nog niet weet hoe Sindari over mij denkt. Maar goed, het oog wil ook wat en voor nu vind ik het al heerlijk om gewoon naar hem te kijken.
Wat er verder gaat gebeuren weet ik niet, en het maakt me om heel eerlijk te zijn ook niet zo heel veel uit. Ik heb het gevoel dat ik in deze groep verder kan groeien en mijzelf verder kan leren ontwikkelen en dat ik alles wat ik wil op dit moment.
In paniek heb ik toen drie azen achterover gedrukt en de mannen uitgedaagd tot een laatste potje. Ze deden een aantal oneerbare voorstellen, maar ik stond sterk door mijn azen en heb de gok gewaagd. Gelukkig maar, mijn harp en zuurverdiende centjes zijn wederom in mijn bezitting.
Behalve dat, won ik in mijn laatste potje ook een kaartje voor de boot naar N. Omdat ik Landeind helemaal zat ben, heb ik besloten van dit kaartje gebruik te maken. In N heb ik tenminste vrienden en voel ik me veilig en geborgen, Landeind is mij te onguur. Na mijn laatste pokerpotje heb ik dus mijn spulletjes weer ingepakt en ben ik naar pier 3 gelopen om de boot te halen.
Dat bleek ook niet het slimste plan. Direct toen ik in de rij aansloot kwam ik twee grote mannen tegen, een had een wolf bij zich. Ze zagen er ook beide erg angstaanjagend uit en het leek alsof ze gevochten hadden. Geschrokken deed ik een paar stappen achteruit. Een van de mannen keek om en bleek toch minder eng dan hij leek. Hij zag dat ik geschrokken was en liet me voorgaan. De kapitein bleek ook al niet het meest betrouwbare type. Zijn baard was duidelijk nep, dus ook hij zal wel iets te verbergen hebben. Op de boot aangekomen ben ik dus snel naar mijn hut gegaan en ben ik op mijn harp gaan spelen om wat tot rust te komen.
Een aantal uur later kreeg ik echter honger. Ik had de hele dag nog weinig gegeten, dus besloot het er toch maar op te wagen en naar de eetzaal te gaan. Ik zocht een rustig hoekje op om wat te eten. De twee mannen uit de rij waren ook in de eetzaal. Sowieso was het gezelschap op de boot kleurrijk. Waar ik in N. vooral mensen tegenkwam, waren hier ook een aantal onbekende rassen. De man met de wolf was een goliath, zijn vriend herkende ik niet. Verder kwam even later een shifter binnen en (en daar was ik blij verrast over) een Gnome. Hij zag er best knap uit, leek een stuk minder bang dan ik. Hij kwam wel met een hoop herrie binnen, maar ergens vond ik dat wel schattig. Bij mij aan tafel zat een man die wat schuchter om zich heen keek, alsof hij er niet thuis hoorde.
Nadat ik mijn eten ophad, gebeurde er iets wat mijn dat nog veel vreemder maakte. De boot stopte ineens, alsof hij ergens tegenop botste. Ineens was er paniek in de eetzaal, mensen renden naar het trappenhuis, weg uit de eetzaal. Mijn nieuwsgierigheid won het echter van mijn angst en ik ging kijken wat er aan de hand was, mijn zwaardje bij de hand. De onbekende grote man rende weg, maar kwam vrij snel weer terug, de goliath en de man bij mij aan tafel leken ook geen haast te maken om weg te komen, net als de gnome <3 en de shifter die bij hem was.
Door alle ramen van de eetzaal bleken vreemde wezens naar binnen gebroken te zijn. Deze leken alles behalve vriendelijk. De shifter werd direct aangevallen en ik kon hem gewoon niet aan zijn lot overlaten. Met mijn harp en mijn liederen heb ik hem gemotiveerd en het leek te helpen. Hij leek minder pijn te krijgen, nadat ik voor hem zong. Ik wist wel dat mijn muziek iets magisch in zich had. Hierdoor kreeg ik nog meer zelfvertrouwen en ik besloot te blijven en te helpen. Met mijn liederen bleek ik de sahuagin (dit vertelde de shifter mij tijdens het vechten) ook pijn te kunnen doen. Ik kreeg zelf ook wel een aantal klappen, maar behalve wat pijn, was dat niet zo'n probleem. Het mooiste was, we wonnen!
Na dit gevecht bleken de problemen nog niet over. We konden kort rusten, maar toen we naar buiten keken zagen we tentakels die het schip aanvielen. De shifter stelde voor naar het ruim te gaan, maar toen bleek dat de boot zeker zou gaan zinken, besloten we toch naar boven te rennen. Ik ben niet bepaald atletisch gebouwd en de bepantsering die ik aanhad was ook niet bepaald helpend dus al snel viel ik in een gat en in het water. Na veel moeite en vaak proberen lukte het me uit het water te komen en weer terug op het schip te komen. Achteraf gezien had ik beter in het water kunnen blijven, want op het schip bleek er geen redden meer aan. Ik kwam hier wel de shifter, de gnome, de man, de goliath met zijn wolf en het vreemde wezen tegen en samen besloten we in het water te springen. Voordat we dat deden zagen we een boot varen. We riepen nog, maar helaas, er werd niet op gereageerd en er was geen enkele mogelijkheid om de boot in te halen. Uiteindelijk hebben we ons maar aan wrakhout vast gegrepen.
Hoe lang we in zee gedreven hebben weet ik niet, maar toen ik wakker werd was het weer ochtend. Ik werd wakker op een strand tussen het wrakhout en de kisten. De anderen waren er ook bij en we besloten ons eerst maar eens voor te stellen. De knappe gnome heet Sindari, de shifter heet Chamresh, de goliath heet Muscle en zijn wolf heet Dikke, de man heet Zedd en het vreemde wezen heet Herakles. Samen besloten we de kisten open te maken en daarin bleken een aantal dingen te zitten, onder andere geld en een edelsteen. Het geld hebben we proberen te verdelen, wat over bleef besloten we voor groepsgebruik te bewaren, net als de edelsteen. Na overleg werd besloten dat ik dit bij zou houden.
Nu zitten Zedd en ik even rustig in ons dagboek te schrijven en ik kan mijn geluk niet op. Ok, ik weet niet waar ik ben en hoe ik hier vandaan ga komen, maar het lijkt er op dat mijn gebeden verhoord zijn. Ik heb een groep avonturiers gevonden die net als ik kunnen vechten of magie kennen. En het mooiste is, er zit een hele knappe gnome in de groep. Dat is natuurlijk nooit verkeerd, hoewel ik natuurlijk nog niet weet hoe Sindari over mij denkt. Maar goed, het oog wil ook wat en voor nu vind ik het al heerlijk om gewoon naar hem te kijken.
Wat er verder gaat gebeuren weet ik niet, en het maakt me om heel eerlijk te zijn ook niet zo heel veel uit. Ik heb het gevoel dat ik in deze groep verder kan groeien en mijzelf verder kan leren ontwikkelen en dat ik alles wat ik wil op dit moment.
Abonneren op:
Posts (Atom)